De nieuwe pensioenregels: dit verandert
Hieronder leest u wat verandert. Het pensioen lijkt misschien onzekerder dan in de huidige regeling. Maar veel dingen werken hetzelfde. Ook nu beleggen we voor uw pensioen én is er een kans dat de pensioenen verlaagd worden. Wat er wél verandert hebben we hieronder voor u op een rijtje gezet.
Dit verandert
U spaart voor uw eigen pensioen. Iedere maand groeit uw pensioen doordat uw werkgever en u betalen. Wij laten dat pensioen groeien door voor u te beleggen. We laten zien hoeveel u inlegt en hoe het bedrag groeit. We doen geen beloftes over de uiteindelijke hoogte van uw pensioen, maar geven steeds een inschatting. Als u bijna met pensioen gaat (of als uw pensioenleeftijd dichterbij komt) maken we een steeds preciezere inschatting. Gaat u met pensioen? Dan berekenen we de exacte hoogte van uw maandelijks pensioen.
Zijn de opbrengsten uit onze beleggingen goed? Dan kunnen we straks de pensioenen eerder verhogen dan nu. Bij tegenvallende opbrengsten verlagen we de pensioenen. We leggen een reserve (de solidariteitsreserve) aan voor als onze beleggingsopbrengsten tegenvallen. Op die manier zorgen we ervoor dat de kans klein is dat de pensioenen van iedereen die al pensioen krijgt omlaag gaan.
- Jonge deelnemers zullen zien dat de hoogte van hun pensioen steeds een beetje verandert. Dat is niet erg, want jonge mensen hebben nog de tijd om hun pensioenvermogen te laten groeien. De verwachting is dat, net als dat we nu zien, minder goede jaren worden opgevangen door goede jaren en het pensioen over langere tijd groeit.
- Bent u (bijna) met pensioen, dan beweegt het pensioen zo min mogelijk mee. Maar uw pensioen kan wel elk jaar een beetje veranderen. De nieuwe regels zorgen er wel voor dat de bewegingen minder groot worden als je (bijna) met pensioen bent. Dit doen we door beleggingsresultaten over meerdere jaren te spreiden. Zo voorkomen we dat gepensioneerden dit meteen voelen in hun portemonnee. En we hebben straks een reserve. Als het goed gaat met de beleggingsresultaten gaat een deel daarvan naar de reserve. Die kan dan worden ingezet als de beleggingsresultaten tegenvallen.
Als u overlijdt, krijgen uw partner en kinderen een nabestaandenpensioen. De regels voor het nabestaandenpensioen zijn straks voor iedereen hetzelfde. Daardoor is duidelijker waar uw partner en kinderen op kunnen rekenen.
In het kort:
- Overlijdt u voordat u met pensioen bent? Dan krijgt uw partner de rest van zijn/haar leven 26% van uw pensioengevend salaris als partnerpensioen.
- Overlijdt u als u met pensioen bent? Dan hangt de hoogte van het partnerpensioen af van de afspraken die u maakt op het moment dat u met pensioen gaat.
- Kinderen krijgen wezenpensioen tot zij 25 jaar worden. Ze krijgen iedere maand 10,4% van uw pensioengevend salaris.
- Gaat u uit dienst? Het recht op partnerpensioen vervalt 3 maanden nadat u uit dienst bent gegaan. U kunt ervoor kiezen dat recht te behouden. Dat betaalt u van uw persoonlijk pensioenvermogen. Uw partner houdt wel recht op het partnerpensioen dat u tot 1 januari 2027 opbouwde.
De nieuwe regels gelden voor iedereen
De overstap geldt voor iedereen. Voor iedereen die pensioen opbouwt, dat in het verleden heeft gedaan en voor iedereen die al pensioen van ons krijgt. Alle tot 1 januari 2027 opgebouwde pensioen én ingegane pensioenen rekenen we om naar de nieuwe pensioenregeling.
Bekijk wanneer de nieuwe regels klaar zijn
Benieuwd wanneer de nieuwe regels klaar zijn? En wanneer u hoort wat de nieuwe regels voor u betekenen? Bekijk de planning.