Nieuwe afspraken over verhoging van de pensioenen
Onze basistaak is zorgen voor een waardevast pensioen. Om dat waar te maken proberen we de pensioenen mee te laten groeien met de prijsstijgingen. De afgelopen twee jaar hebben we de pensioenen 3 keer kunnen verhogen. Dat kwam doordat we in aanloop naar de overstap op de nieuwe pensioenregels gebruik mochten maken van tijdelijke soepelere regels. De soepelere regels hebben we vastgelegd in beleid. Ons nieuwe beleid geldt tot de overstap naar onze nieuwe pensioenregeling (januari 2027).
Pensioen groeit meer mee met prijzen
We vinden het belangrijk dat de pensioenen meegroeien als de kosten voor levensonderhoud (hierna: ‘de prijzen’) stijgen. In ons nieuwe beleid staat:
- Bij een dekkingsgraad hoger dan 110% verhogen we de pensioenen.
- Tot maximaal het percentage waarmee de prijzen stijgen.
- We gebruiken maximaal de helft van het vermogen dat hoort bij de dekkingsgraad boven 110%.
- Een besluit over een verhoging wordt jaarlijks genomen.
- We kijken naar de gevolgen van een verhoging voor de dekkingsgraad op korte en lange termijn om de hoogte van een verhoging te bepalen.
Voorbeeld 1: maximale verhoging
Stel onze dekkingsgraad is 116%. Dan verhogen we de pensioenen met maximaal 3%. Dat is een maximale verhoging als de prijzen ook met 3% stijgen.
Voorbeeld 2: gedeeltelijk verhoging
Stel onze dekkingsgraad is 115%. We verhogen de pensioenen met maximaal 2,5%. Tot maximaal het percentage waarmee de prijzen stijgen.
- Stijgen de prijzen met 3%? Dan verhogen we met 2,5%.
- Stijgen de prijzen met 2%? Dan verhogen we de pensioenen ook met 2%.
Voorbeeld 3: geen verhoging
Stel onze dekkingsgraad is 110% (of lager). We kunnen de pensioenen niet verhogen. Ook niet als de prijzen stijgen.
Ook afspraken over verlaging van pensioenen
In het nieuwe beleid staan ook afspraken over het verlagen van de pensioenen:
- Bij een dekkingsgraad lager dan 90% moeten we de pensioenen verlagen. Hoeveel verlaagd wordt hangt af van hoeveel geld nodig is voor herstel van onze dekkingsgraad.
- Is ons dekkingsgraad op het moment van overstappen naar de nieuwe pensioenregeling lager dan 102,25%? Dan worden de pensioenen verlaagd. Hoeveel verlaagd wordt hangt af van hoeveel geld nodig is voor herstel van onze dekkingsgraad.
Voorbeeld 4: verlaging
Stel onze dekkingsgraad is 89%. Dan moeten we de pensioenen verlagen om op een dekkingsgraad van minimaal 90% uit te komen. We mogen geen rekening houden met de stijging van prijzen.
Voorbeeld 5: verlaging als een dekkingsgraad van 102,25% niet haalbaar is
Als we op 1 januari 2027 overstappen naar de nieuwe pensioenregeling moet onze dekkingsgraad minimaal 102,25% zijn. Stel dat uit (tussentijdse) berekeningen blijkt dat we dat niet redden, dan verlagen we de pensioenen.
De gevolgen van het nieuwe beleid zijn voor ‘jongeren’ anders dan voor ‘ouderen’
Met dit nieuwe beleid kunnen we de pensioenen met een hoger percentage verhogen. Een verhoging van de pensioenen is (op korte termijn) positief voor alle doelgroepen. Want het pensioen groeit dan (gedeeltelijk) mee met de prijzen. Dat merken vooral de mensen die al met pensioen zijn.
Voor jongere (ex-) deelnemers is het nieuwe beleid op de lange termijn ongunstiger, want:
- door een verhoging van de pensioenen daalt ons vermogen en daarmee onze dekkingsgraad;
- met een lagere dekkingsgraad is de kans op een verlaging groter;
- de kans op toekomstige verhogingen is kleiner;
- en het kan zijn dat we minder compensatie kunnen geven bij de overstap naar de nieuwe pensioenregeling (in 2027). Die compensatie is mogelijk nodig als groepen deelnemers nadeel ondervinden van de overstap naar de nieuwe regeling.
Het besluit om ons beleid aan te passen hebben we niet zomaar genomen. We hebben veel berekeningen gemaakt om de gevolgen van ons nieuwe beleid voor de verschillende groepen deelnemers te beoordelen. We hebben gekeken naar de korte en lange termijn. En berekend wat de waarde van het pensioen is als we ons huidige beleid blijven gebruiken of overstappen naar het nieuwe beleid. Ook hebben we teruggekeken. Mensen die nu pensioen krijgen hebben nadeel van het feit dat we de pensioenen een aantal jaar niet hebben kunnen verhogen. We zien dat toekomstige verhogingen een beperkt voordeel opleveren voor iedereen die nu al pensioen krijgt. En een beperkt nadeel betekent voor iedereen die nog niet met pensioen is. Doordat zowel het voordeel als het nadeel voor de twee groepen beperkt is, heeft het bestuur geoordeeld dat het eerlijk is het nieuwe beleid te gaan gebruiken. Omdat dat er voor zorgt dat de pensioenen met een hoger percentage verhoogd kunnen worden. Lees meer over de gevolgen voor de verschillende generaties.
Wij dienen een overbruggingsplan in
Ter voorbereiding op de overstap naar de nieuwe pensioenregeling, maken we gebruik van tijdelijke, soepelere regels. Die regels hebben we vastgelegd in beleid. Ons nieuwe beleid geldt tot de overstap naar onze nieuwe pensioenregeling (januari 2027). Omdat we in ons nieuwe beleid gebruik maken van die soepelere regels moeten we jaarlijks een overbruggingsplan indienen bij DNB (De Nederlandsche Bank). In het overbruggingsplan is berekend wat het nieuwe beleid betekent voor de dekkingsgraad op het moment dat we overstappen naar de nieuwe pensioenregeling (1 januari 2027). Die berekeningen maken we ieder jaar opnieuw. Het overbruggingsplan vindt u op onze website.
Heeft u vragen over ons nieuwe beleid? Of wilt u graag laten weten wat u van ons nieuwe beleid vindt? Neem contact met ons op. Houd ook onze website in de gaten. Daarop vindt u steeds nieuwe informatie over onze voorbereidingen op de overstap naar de nieuwe pensioenregeling.