Afspraken over de nieuwe pensioenregeling
De overstap naar onze nieuwe regeling staat gepland op 1 januari 2027. De sterke punten van de huidige pensioenregeling blijven bestaan. Lees hier wat de belangrijkste punten uit de nieuwe pensioenregeling zijn.
Belangrijkste afspraken in transitieplan
Werkgevers- en werknemersorganisaties hebben afspraken gemaakt over de belangrijkste punten voor de nieuwe pensioenregeling. Deze afspraken staan in het transitieplan. Lees hier de samenvatting van het transitieplan.
Wat blijft hetzelfde?
- De werkgever en werknemer betalen samen elke maand een bedrag voor het pensioen.
- De werkgever houdt het werknemersdeel deel in op het bruto salaris van de werknemer.
- De premie blijft (in totaal) 26,4%.
Gepensioneerden blijven hun leven lang pensioen (en AOW) ontvangen. Net als nu.
Net als nu kiest een werknemer, in overleg met de werkgevers, zelf wanneer het pensioen ingaat.
Werknemers kunnen dezelfde keuzes maken als nu als ze pensioen aanvragen. Bijvoorbeeld eerder of gedeeltelijk met pensioen gaan.
Overlijdt uw oud-werknemer tijdens het pensioen? Dan krijgt de partner levenslang partnerpensioen. De hoogte van het pensioen hangt af van de afspraken die uw werknemer hierover maakte. Daarnaast krijgt de partner 2x het bedrag dat uw oud-werknemer elke maand als pensioen kreeg.
Pensioenopbouw tijdens arbeidsongeschiktheid
Werknemers die arbeidsongeschikt zijn, blijven pensioen opbouwen. Ze hoeven geen premie te betalen. Nu is dat nog over 90% van het loon dat meetelt voor het pensioen. Dat wordt 100%.
Deelname vastgesteld in de cao
- Deelname aan de basisregeling blijft verplicht voor werknemers in de agrarische en groene sectoren.
- Een werkgever kan ervoor kiezen aanvullend een excedent-regeling of regeling tijdelijk partnerpensioen af te sluiten.
- Een niet-verplichte werkgever kan zich vrijwillig aansluiten.
Wat is nieuw?
Er zijn afspraken gemaakt over hoeveel een werknemer en werkgever samen betalen. Dat geld beleggen we. Elk jaar laten we zien hoeveel dat bedrag groeit. We doen geen beloftes over hoe hoog het pensioen wordt. We laten wel zien hoeveel pensioen een werknemer ongeveer kan verwachten.
De inleg die de werkgever en werknemer betalen voegen we toe aan het persoonlijk pensioenvermogen. Winst uit beleggingen komt daar ook bij. Als uw werknemer met pensioen gaat, berekenen we op basis van het persoonlijk pensioenvermogen hoeveel pensioen uw werknemer elke maand krijgt.
- Overlijdt uw werknemer voor het pensioen? Dan krijgt de partner levenslang 26% van het salaris waarover uw werknemer pensioen opbouwde. Nu is de hoogte van het partnerpensioen afhankelijk van het aantal dienstjaren. Straks dus alleen van de hoogte van het salaris.
- Het tijdelijk partnerpensioen vervalt.
- Kinderen krijgen tot zij 25 jaar worden elke maand 10,4% van het salaris waarover uw werknemer pensioen opbouwt. Dit was 14% van het verwachte pensioen tot hun 24e.
Verlaat uw werknemer de sector? Dan houden de partner en kinderen recht op het pensioen dat tot 1 januari 2027 is opgebouwd. En de eerste drie maanden na uitdiensttreding loopt het partnerpensioen door. Daarna kan een werknemer die ZZP'er wordt of nergens anders pensioen gaat opbouwen, ervoor kiezen het partnerpensioen vrijwillig voort te zetten.
Zijn de opbrengsten uit onze beleggingen goed? Dan kunnen we straks de pensioenen eerder verhogen dan nu. Bij tegenvallende opbrengsten verlagen we de pensioenen. We voorkomen het verlagen van al ingegane pensioenen zoveel mogelijk door een reserve (de solidariteitsreserve) aan te leggen.
Werkgevers kunnen bij ons aanvullende pensioenregelingen afsluiten. De huidige excedentregelingen worden vervangen door één excedentregeling met drie premievarianten. En een regeling tijdelijk extra partnerpensioen. In de loop van 2025 krijgt u meer informatie over deze aanvullende pensioenregelingen bij BPL Pensioen.